De meeste aaltjessoorten, waaronder Heterorhabditis, zijn actief en effectief bij bodemtemperaturen van minimaal 10°C. Aangezien november al wat koeler is, kan het lastig zijn om deze temperatuur te halen, vooral in nachten en vroege ochtenden.

Als de temperatuur overdag boven de 10°C komt, is er nog een kans op effectieve bestrijding, met name in wat zuidelijkere of beschutte gebieden, of als er sprake is van een milde herfst. Zorg dat je de bodem vochtig houdt, want aaltjes zijn daar gevoelig voor; in een droge bodem zullen ze niet goed overleven.

Kortom:

• Controleer de bodemtemperatuur (idealiter boven de 10°C).
• Zorg voor een vochtige bodem.
• Als de temperatuur te laag is, kun je beter wachten tot het voorjaar, wanneer aaltjes weer optimaal werken.

Enkele plagen die je in november nog kunt bestrijden met Heterorhabditis-aaltjes zijn:

 Engerlingen (larven van de bladsprietkevers)

• Dit zijn de larven van kevers zoals de mei-, juni- en rozenkever. Ze kunnen schade veroorzaken door de wortels van gras en andere planten aan te tasten. Engerlingen zijn actief in de bodem en kunnen in november, mits de bodemtemperatuur niet te laag is, nog met aaltjes worden bestreden.

 Taxuskever (larven van de taxuskever, Otiorhynchus sulcatus)

• De taxuskeverlarven voeden zich met de wortels van planten en kunnen vooral in potplanten en borders voor problemen zorgen. Ze zijn gevoeliger voor kou, maar als de bodemtemperatuur nog hoog genoeg is, kun je Heterorhabditis-aaltjes inzetten om deze larven te bestrijden.